Op bezoek bij Ton Verhoeven, oud-docent scheikunde 1970-2010
Vooraf
Een mooie herfstdag in november. Wij vertrekken naar Nijmegen om daar voor onze nieuwsbrief een ontmoeting te hebben met onze oud-collega, Ton Verhoeven. Het werd een bijzondere ontmoeting met veel herinneringen aan de Sint-Janstijd, niet op de laatste plaats door ons gedeelde verdriet over de medische situatie van een andere oud-collega, Chretien Robben. Maar na het wat uitgebreidere bijkletsen dan normaal, konden we gaan terugkijken op de loopbaan van Ton op het Sint-Janslyceum.

Na een start van Ton op het Zwijsen College in Veghel in 1968 (zijn broer was daar al werkzaam als docent Duits) kon hij na een jaar lesgeven en afstuderen, in 1970 beginnen op het SJL als parttime docent scheikunde voor 15 lesuren. Hij bewaart goede herinneringen aan die periode aan zijn vakcollega’s Hessel Altenburg en Jan Coenen. Hij concentreerde zich volledig op zijn lessen, want hij moest immers in die tijd “zelf het wiel uitvinden”.
Hij kende geen ordeproblemen en voelde zich erg op zijn gemak, zowel in de klas als daarbuiten. Met veel enthousiasme ging hij mee op leerling-weekenden naar de Drunense Duinen.



Ton vertelt met veel plezier over – in zijn tijd als sanyassin (zie hierna) – zijn lachmeditaties aan het begin van de lessen. Wellicht zullen vele leerlingen zich dat nog herinneren. Maar ook zijn persoonlijke betrokkenheid bij het lief en leed van een individuele leerling, die – al afgeschreven (?) – toch met een prachtig VWO-diploma de school heeft verlaten en daarna nog in twee academische studies is afgestudeerd. Ton is er trots op, dat hij de leerlingen hoorde en “kon lezen”. Dat beeld ziet hij nog bevestigd in de enthousiaste eindexamenfeestjes bij hem thuis in Nijmegen.
Een van het meest in het oog springend is toch zijn onderwijsperiode in het rood! Ton spreekt daar openhartig over. In de zomervakantie van 1980 is hij naar Poonah (India) gegaan. Daar keerde hij als zgn. sanyassin van terug met als nieuwe naam: Satyam Ton. Daarvoor had hij bij de Ashrams van Baghwan in Nederland al de nodige trainingen gedaan. Later werd zijn naam nog aangevuld tot Satyam Anantya. Deze naam, zo vertelt hij, en de bijbehorende rode kleding en mala (kralenketting) hebben nooit grote problemen opgeleverd op het Sint-Janslyceum.

Met een goed gevoel vertelt hij dat zowel de collega’s als de leerlingen het konden accepteren. Uit eigen ervaring weet ik [René] dat het in het begin wel even wennen was aan de nieuwe naam.
Van geheel andere orde zijn de herinneringen aan de donkere dagen voor de Kerst, toen Ton in zijn lokaal allerlei metalen (poeders) verbrandde, die een mooi kleureffect gaven. Heel sfeervol. Spontaan zetten sommige leerlingen dan een kerstlied in. Maar, zo voegt Ton eraan toe, op een gegeven moment heb ik dat verbranden van metaalpoeders maar achterwege gelaten, vanwege de effecten op het milieu.


In 2010 nam Ton afscheid van het SJL, na 40 jaar dus. Naast het gewone afscheid een week ervoor herinnert hij zich de indrukwekkende afscheidseucharistie in de Lucaskerk. Meer dan 40 collega’s waren aanwezig, met zelfs nog een speciaal koortje van een aantal collega’s. Was zo’n viering tien, twintig jaar eerder nog een ’standaard’ gegeven, in 2010 niet meer. Ton heeft dat afscheid, met daarna nog een gezellig samenzijn, bijzonder gewaardeerd. Het geloof geeft hem tot op de dag van vandaag nog heel veel steun.
Ten slotte nog een laatste dierbare herinnering aan zijn docentschap op het SJL: dat was zijn samenwerking met o.a. de vakgroep geschiedenis, Engels, Frans en Duits tijdens de excursies naar de loopgraven van het Belgische Ieper. Deze reizen stonden in het kader van de behandeling van de Eerste Wereldoorlog. De andere vakgroepen hadden een aanzienlijke bijdrage aan dit project door het behandelen van dichters en hun betrokkenheid bij WO I. De inbreng van Ton en de vakgroep scheikunde was nog weinig bekend:
Duitse scheikundigen waren toen als enigen in staat om kunstmest te maken en toen WO I begon, met deze zelfde techniek overschakelden om springstof te maken. Daardoor heeft WO I i.p.v. 1 ½ jaar 4 jaar geduurd. Ook niet te vergeten het gebruik van gifgas in de loopgraven, maar dit was bij de geallieerden ook bekend. Er zijn allerlei nieuwe chemische en andere (o.a. prikkeldraad) uitvindingen voor het eerst toegepast op de slagvelden in WO I, zo vertelde Ton ons.
De tijd vliegt voorbij terwijl we een zeer interessante inkijk krijgen in het docentschap en het leven van Ton. We danken hem voor zijn openheid en zijn echtgenote Ina voor de heerlijke appeltaart. Met een goed gevoel rijden we terug naar Den Bosch: weer een puzzelstukje gelegd in de grote SJL-puzzel!
Ans Buys en René Kok
@Nieuwsbrief 4, december 2025